Stilte

Stilte…

Bij mediteren valt vaak het woord stilte. Als mensen vragen waarom je mediteert kan een antwoord zijn: ‘om stilte te vinden, stilte in mezelf.’ Wat betekent dat woord stilte? Waar staat het voor? Het woord heeft iets ongrijpbaars, als natte zeep glipt het tussen je vingers zodra je het wilt beetpakken. Ergens voelen we dat stilte belangrijk is. Maar waarom stilte belangrijk is, dat valt minder gemakkelijk te verwoorden. Deze tekst heeft tot doel om meer greep op dat ‘waarom’ te krijgen. Het is niet zozeer een filosofische verhandeling, het is vooral een opsomming van voor ieder herkenbare momenten van stilte. Ik kwam op het idee door een recent lezenswaardig boekje van de Noorse schrijver Erling Kagge getiteld ‘Stilte’. Kagge maakte o.a. soloreizen over de Noord- en Zuidpool. (1) Hij bezint zich op 3 vragen:

Wat is stilte? Waar is stilte? Waarom is het belangrijk?

De schrijver begint zijn boek charmant. Hij probeert zijn drie puberende dochters op een zondagmiddag te overtuigen van het belang van stilte. Geen gemakkelijke opgave bij pubers. Het lukt hem aanvankelijk ook niet. ‘Als je je rottig voelt, kan stilte prettig zijn om je er in terug te trekken’, reageren zijn dochters op zijn vraag wat de waarde van stilte zou kunnen zijn. Daar houdt het dan wel mee op, vinden ze. Kagge besluit dan om een verhaal te vertellen dat mogelijk wel indruk zal maken. Hij vertelt: “Twee van mijn vrienden hadden besloten de Mount Everest te beklimmen. Vroeg op een ochtend verlieten ze het basiskamp om de zuidwestwand van de berg op te gaan. Alles verliep goed. Beide klimmers haalden de top. Maar toen kwam de storm. Ze begrepen al snel dat ze niet levend beneden zouden komen. Eén van de twee wist met de sateliettelefoon zijn zwangere vrouw te bereiken. Samen werden ze het eens over de naam van het kind dat zij droeg. Vlak onder de top sliep hij rustig in. De tweede kon niemand bereiken voordat hij stierf. Geen mens weet precies wat er die middag precies is gebeurd op de berg. Dankzij het droge, koude klimaat op 8000 meter hoogte zijn de twee gevriesdroogd. Ze liggen daar in stilte, als zichzelf, ongeveer zoals ze 22 jaar geleden waren toen ik hen voor het laatst zag.”
Toen werd het stil, de dochters waren sprakeloos (Kagge, pag. 10/11).

=======

Ik stip hierna momenten aan uit het leven van alledag, momenten die gevuld zijn met stilte. Ze geven misschien een antwoord op de drie vragen: Wat is stilte? Waar is stilte? Waarom is stilte belangrijk? Sommige ‘momenten’ zijn ontleend aan het boek van Kagge, andere zijn gebaseerd op eigen herinneringen en gedachten.

* Verwondering. Dat is een woord dat bij stilte past. Je ziet de uitgestrektheid van de zee, je loopt door een winters landschap, je wandelt in de ochtendzon van een verlaten lentebos. De stilte die je dan omvat laat zich niet in woorden vertalen, wat overblijft is verwondering, stille verwondering.
* Ik denk aan de stilte op de Dam in Amsterdam op 4 mei, de Dodenherdenking. Stilte neemt dan de vorm aan van een gezamenlijk ervaren sprakeloosheid over oorlogsgeweld, de beestachtige wreedheid van mensen, het niet voor te stellen menselijk leed. Toen en nog steeds. Die twee minuten stilte geven dat sprakeloze besef expressie.
* Je bezoekt een mooi concert. Soms bereiken musici de toppen van hun artistieke kunnen. De laatste klanken klinken. Hoe mooier de muziek is geweest, hoe indringender daarna het korte moment van stilte, voorafgaand aan het applaus. Alsof het publiek die stille seconden niet durft te doorbreken. Stilte als eerbetoon aan de kunsten. Kunst doet soms verstillen. Een schilderij dat je raakt, een beeld waar je naar blijft kijken, een gedicht dat je emotioneert.
* Er is stilte in de vorm van de gewone persoonlijke ervaring. Kagge daarover: “Als je onder de douche staat en het water over je heen laat stromen, als je bij een knappend haardvuur zit, als je in een bosmeer zwemt of een wandeling over een hoogvlakte.” (32) Je kunt er talloos veel situaties aan toevoegen. Een moment alleen op een bank in het Vondelpark. Even weg van de drukte voor een  ‘kwartier voor God’ in de Papagaai kerk in de Kalverstraat. De stilte van het gewoon op jezelf zijn. Overal zijn die plekken.
* Er is de stilte van het ergens helemaal in opgaan. Een fietstocht door de duinen om alle besognes van de week van je af te schudden; het in volle concentratie hakken van haardhout; een schilderij dat je schildert met de opperste aandacht voor kleur en vorm. Ook dat is stilte.
* En dan de ongemakkelijke stilte. Die doet zich voor als je onder mensen bent met wie je weinig deelt. De wat verplichte conversatie redt het een tijdlang door het uitwisselen van ditjes en datjes. Dan kan er opeens een onhandige stilte vallen. We kennen dit allemaal.
* Het tegendeel kan ook: de bezinnende stilte. Een dergelijke stilte kan zich voordoen in een intensief gesprek tussen vrienden. In een dergelijk gesprek kan er ook stilte vallen, een moment van zwijgen. Hier getuigt de stilte juist van betrokkenheid. Het is een gezamenlijk moment van reflectie.
* Ik noem de stilte in de nacht. Als je wakker bent geworden en even je bed uitgaat. Het wachtend, haast doelloos aanwezig zijn der dingen in de woonkamer. De lege straten buiten. Alles is geluidloos. Het leven in de geheimzinnige wachtstand van de nacht.
* De aanblik van iemand die net is overleden kan een besef van ademloze stilte oproepen. Iemand zien die zonder enige beweging is, zonder adem. Heel aangrijpend zo’n ogenblik. Maar ook is er die verbazing over de intense rust van het verstilde lichaam. Dit is de stilte van de geheimzinnige eindigheid, de net ingezette dood.
* Stilte kan de uitdrukkingsvorm aannemen van even niets omhanden hebben. Je zit rustig in je kamer, je weet niet meteen wat te gaan doen en je weerstaat  de verleiding om op je smartphone te kijken of om meteen weer wat aan te pakken. Veel mensen willen een dergelijke stilte niet. Blaise Pascal had daarover een mooie uitspraak: ‘Alle ellende van de mensen heeft één oorzaak, namelijk dat zij niet in  staat zijn rustig in een kamer te blijven.’ (Kagge, pag. 43). Laat ik dit de stilte van het kleine ongemak noemen. Even niks te doen hebben…
* Er is de stilte na het uiten van verdriet. De berusting die na zo’n moment kan intreden, het starend onder ogen zien van levenspijn of noodlot.
* Er is ook de kosmische stilte. In Nederland vind je die niet zo gauw, ’s nachts op de Waddeneilanden misschien. Ik herinner me een moment – al vele jaren geleden – toen ik een trektocht door de Himalaya maakte met een lokale gids. We sliepen in kleine tenten te midden van de hoge bergen. Op een nacht moest ik mijn tent uit om te plassen. Ik ritste de tent open en mijn hart stond stil: ik zag een duizelingwekkende sterrenhemel. Wat ging er door me heen? Mijn eigen nietigheid als onbetekenend mensje op deze aardbol. Een grote relativering van mijn leven. Dat allereerst. Maar ook het met open mond aanschouwen van deze panoramische sterrenpracht op het dak van de aarde. De onvatbare stilte van de niet te peilen ruimteloosheid.
* Twee mensen zijn verliefd op elkaar. Ze zitten in een hoek van een café en hebben net een glas wijn besteld. Ze toasten op hun liefde en kijken elkaar aan. Ze kunnen hun blik niet meer van elkaar losmaken. Minutenlang kijken ze elkaar zwijgend aan. De stilte van onbevattelijke zielsverbondenheid.
* Er is filmische stilte. Soms zijn er films met weinig gesproken taal terwijl de beelden een en al – niet meteen te duiden – verhaal en spanning laten zien. Dat is de artistieke stilte die de volle concentratie van de kijker opeist. Het verhaal laat zich niet gemakkelijk verraden. Wat gebeurt er? Wat is er aan de hand? Een recent voorbeeld is de film ‘Hannah’ met Charlotte Rampling in de hoofdrol. Een film die gedragen wordt door sprakeloze stiltes.
* Er is ook de stilte van de filosofische creativiteit. Ludwig Wittgenstein schreef zijn beroemde Tractatus Logico-Philosophicus gedeeltelijk in de Noorse plaats Skjolden aan de Lustrafjord. Hij zegt over die plek: “Ik kan me niet voorstellen dat ik op een andere plek zo zou hebben kunnen werken als hier. Het heeft te maken met de stilte en, misschien, met het wonderlijke landschap, ik bedoel de stille ernst ervan.” De laatste zin van zijn boek was: “Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen.” Wittgenstein sprak met die zin uit dat er grenzen zijn aan de taal. Je kunt er de ultieme dimensies van het leven niet mee uitdrukken. Wees dan maar liever bescheiden en stil.  (Kagge, pag. 98 / 99)
* Kagge vertelt als vervolg hierop, een mooie anekdote over een berggids die een groep wandelaars begeleidt door de Noorse bergen. Het zomerlicht was in aantocht, de winter had zijn ijzige greep losgelaten en overal doken nieuwe kleuren op. De gids deelde iedereen een briefje uit met daarop de tekst: ‘Ja, het is helemaal geweldig!’ Hij begreep met zijn leeftijd en ervaring in de natuur hoe woorden onze beleving kan begrenzen. Hij wilde voorkomen dat iedereen in de groep aan elkaar zou gaan vertellen hoe geweldig het was, zonder zich te concentreren op de ervaring zelf. Woorden kunnen schoonheid kapot maken. Soms zijn ze niet toereikend. (Kagge, pag. 100 / 101) Stilte als hoeder van de verwondering.
* De poëtische stilte van een haiku, bijvoorbeeld van J.C. van Schagen:
‘een mens wordt wakker
en neemt, starend in de nacht
een slokje karnemelk’ (2)
* Tenslotte de stilte tijdens een gezamenlijke meditatie. Een stilte die de deelnemers subtiel verbindt in het zien en zijn van zichzelf. De stilte die we in een meditatieruimte creëren is familie van de stiltes die hierboven werden beschreven.

Wat is de as waar al die verschillende stiltes om draaien? Ik zou willen antwoorden: de trillingen van taalloosheid bij de grote en kleine momenten in het leven. Stilte houdt zich op bij essentie. In dat landschap mediteren we.


(1) Erling Kagge, Stilte, 2017. Uitgeverij Bruna
(2) J.C. van Schagen, Ik ga maar en blijf, Uitgeverij van Oorschot.