Het kwetsbare nu

De ekster van Monet

Er heerst een sfeer van nu, alleen maar nu, op het schilderij van Monet. Zo’n moment duurt niet eeuwig, het verandert langzaam. De ekster vliegt op zeker moment weg, de zon gaat hoger aan de hemel staan, schaduwen worden smaller. Geïnspireerd door dit schilderij kunnen we ons zelf inbeelden hoe winterse kou in onze neus prikt. Je gaat bijna zelf luisteren naar de gedempte geluiden op zo’n ochtend. Het is de uitdaging in dat moment te blijven, midden in die winterse sfeer, zonder iets speciaals te verwachten. Vooral niets verwachten. Het enige wat je te doen staat is zien en opmerken: sneeuw die met een zacht plofje van de bomen valt, het blauwige wit van de schaduw van de heg, de hippende ekster die zonnewarmte zoekt, de wit omlijnde boomtakken. Alles is volmaakt. Aan dit moment ontbreekt niets, het vervult al onze wensen. Het schilderij van Monet symboliseert het volledig aanwezig zijn in Het Moment dat aan de ene kant zo gewoon is maar tegelijkertijd ook lichtend bijzonder.

Meer leven in het hier en nu

Met mediteren leer je je ogen te openen. Dat is belangrijk, want er zijn werelden om ons heen waaraan we geen aandacht schenken, we kunnen ze betreden door de automatische gang van onze daden of gedachten eindelijk eens even stil te zetten. Ik noem ze de werelden van het Hier en Nu. Het Huidige Moment.
De toegang daartoe wordt ons gemakkelijk gemaakt door de schoonheid van een winterochtend, zoals op het schilderij van Monet. Je wordt als vanzelf in het Nu gedreven, hoe bezet je ook bent. Ik denk dat iedereen die ervaring wel kent. Maar ook voor minder opmerkelijke momenten van het leven is het goed je open te stellen voor het hier en nu, voor alles wat er simpelweg is. In plaats van gevangen te zitten in onze innerlijke bolwerken: gepieker, overpeinzingen, opgaan in zekerheden, op gebeurtenissen vooruitlopen. Het is vaak zo druk in onze kop…
Dat alles eens los te laten kan bevrijdend zijn: minder in de weer te zijn met gedachten en verlangens over toekomst en verleden. Mediteren brengt je terug in het heden, naar simpel aanwezig zijn. We worden door zoveel dingen belast! Soms zijn die belangrijk, soms interessant. Maar soms ook ongegrond en nutteloos. Ze verhinderen ons om helder te zien, om simpel in contact te zijn met de wereld direct om ons heen. Natuurlijk hebben we ons verleden en onze toekomst nodig, we hebben behoefte aan herinneringen en plannen. Voor een deel zijn we ons verleden en zijn we onze toekomst. Maar het heden kan gemakkelijk tussen die twee in de knel komen. De filosofie van het hier en nu betekent niet dat het heden boven het verleden of de toekomst staat. Maar wel dat het heden kwetsbaarder is, dat we het moeten beschermen. Het verdwijnt zo gemakkelijk uit ons bewustzijn zodra we ons laten opjagen door onze bezigheden en vragen of druk in de weer zijn met onze ambities. Ik geef een persoonlijk voorbeeld.

De Kinkerstraat, een herinnering

Het is al weer weken geleden. Een ochtend, ik had niet goed geslapen en was met lichte tegenzin opgestaan. Ik had gemediteerd, die gewoonte sla ik niet over. Mediteren is op zo’n ochtend buigen voor zo’n grijze stemming, ik neem hem waar, wijs hem niet af, maar probeer hem gelaten en mild, vriendelijk haast, te accepteren. Na de koffie moest ik inkopen doen in de Kinkerstraat. Ik liep naar buiten, deels nog in gedachten maar toch ook om me heen kijkend, al wat minder in beslag genomen door mezelf. De zon scheen. Ik voegde me tussen de bewegingen van de drukke stad, het deed me goed, langzaam deinde ik als het ware mee. De mensen, de etalages, het verkeer. Bij de viswinkel zag ik een oud vrouwtje op een bankje. Haar ogen waren zonder gloed en glans. Haar kleren grauw en armoedig. Ze was de verbeelding van stedelijke eenzaamheid. Onze ogen troffen elkaar. Even, een onbeduidend moment, maar we maakten contact zoals dat op straat soms zomaar kan gebeuren. Mijn blik van lichte vriendelijkheid beantwoordde ze met een knikje met haar hoofd. Het was een moment van kortstondig zien en gezien worden. De eenzame anonimiteit van het stadsleven werd doorbroken, zo’n ogenblik is even nietig als betekenisvol. Teruglopend naar huis realiseerde ik me – al mijmerend – dat ik blij was met mijn in de loop der jaren opgebouwde meditatieve discipline. Het had me die ochtend geholpen niet gevangen te blijven in mijn persoonlijke bunkertje van getob maar open te blijven staan voor het spel van het Amsterdamse leven om me heen.

Een Amnesty gedicht: Wat een glimlach vermag

Hij kost niets maar brengt veel teweeg
Hij schiet voorbij in een flits maar de
herinnering eraan blijft soms voor altijd
Toch laat hij zich niet kopen, lenen of stelen.

En als ik te moe mocht zijn je
een glimlach te schenken.
Wil je er alsjeblieft
een van jou achterlaten

Want niemand heeft een glimlach zo nodig
als wie er geen meer te geven heeft.

Emelda Tshuma

Ervaren

Mediteren betekent niet dat je het ‘huidige moment’ analyseert of overpeinst. In tegendeel. Het gaat er veel meer om het ene moment te ervaren, zonder taal. Gemakkelijk is dat niet, zonder woorden en zonder ons gebruikelijke denken. Toch kennen we allemaal die ervaring. De schrijver van het boek waar ik uit put, illustreert dit aan de hand van een citaat van de Oostenrijkse schrijver Hugo von Hofmannsthal, dat ik deels overneem. In dat citaat probeert de hoofdpersoon uit te leggen hoe waarnemen in zijn werk gaat als taal tekortschiet. Hij beschrijft hoe hij zijn vertrouwde omgeving soms zó kan beschouwen dat het – in al zijn gewoonheid – zichzelf overstijgt. Wat ziet de hoofdpersoon? Hij beschrijft het zo: “Een gieter, een eg die op een akker is achtergelaten, een hond in de zon, een verwaarloosd kerkhof, een invalide, een boerenhuisje, alles kan aanleiding zijn tot mijn openbaringen. Elk van die dingen, en duizend andere, waarlangs we, alsof dat vanzelf spreekt, gewoonlijk onverschillig onze blik laten glijden, kunnen voor mij plotseling een verheven karakter krijgen en me zo ontroeren dat alle woorden me te armzalig lijken om het te kunnen weergeven.”
Met mediteren proberen we onze ervaring ook niet meteen in taal om te zetten. Woorden kunnen soms helpen: verdriet benoemen kan ons helpen het beter te verdragen. Blijdschap benoemen kan soms helpen er meer van te genieten. Taal? Natuurlijk! Maar soms kunnen woorden juist geen uitdrukking geven aan wat we ervaren; ze kunnen zelfs in de weg staan, vervalsen en bederven. Soms is het beter niets te zeggen. Bij mediteren proberen we dat, met een minimum aan taalbagage gaan we na wat zich in en om ons afspeelt, zoals bij het schilderij van Monet. Een tweede herinnering die misschien wel herkend wordt:

De onverwoordbare stilte in de bergen

Ik heb het grote geluk een deel van het jaar in Zuid Frankrijk te wonen. Het is een bergachtige streek met de Mont Ventoux als verheven middelpunt. Beneden mijn woning ligt een nauwelijks betreden wandelpad dat uitzicht biedt op een diep dal met her en der boerderijen en beboste bergen rondom. Soms loop ik aan het eind van de dag bij het late licht van de ondergaande zon naar dat wandelpad. Puur om daar te zijn, vijf minuten, tien minuten. Ik probeer zo’n moment voor zich te laten spreken: ik zie de vakverdeling van het landschap, het late zonlicht, de rode tinten aan de hemel, het lijnenspel van de bergen en ik hoor de stilte. Even daar te staan. Alleen te staan. In alle nietigheid opgenomen te zijn in het onverwoordbare landschap waar ik toevallig even ben, zonder zin, zonder betekenis, zonder duiding. Zo maar. Zonder taal en daarom zo ‘sprekend’ en van waarde.

Mediteren is een manier om meer oog te krijgen voor het moment van nu waar we vaak aan voorbijgaan, opgeslurpt als we worden door de dadendrang van ons hyperactieve westerse bestaan. Hoe vaak zijn we niet in gedachten over onze ongewisse plannen voor later en onze soms spijtige gedachten aan vroeger. Hoe vaak zijn we niet bezig met onszelf, met onze teleurstellingen, ons geluk, onze hoop, onze verwachtingen, de existentiële frustraties die we kunnen oplopen. Wat kunnen we daar mee in de weer zijn! O zo menselijk! Maar het is ook goed ons te realiseren dat we op dergelijke momenten niet in het hier en nu zijn: we zien het oude vrouwtje op het bankje van de Kinkerstraat niet, we missen de wonderlijk mooie winterochtend, we hebben geen aandacht voor het kind dat op de stoep speelt, we worden niet geraakt door een verliefd stel op straat, de bloemen van de marktkoopman passeren we verdiept in onze gedachten. En we luisteren minder goed naar elkaar. Mediteren trekt ons weg uit onze, o zo begrijpelijke, maar soms ook dominerende gedachten en het doet de ogen openen voor de simpele lichtheid van het leven om ons heen, het kwetsbare heden.

Hans Bomhof


Uit: Mediteren dag na dag, Christophe André, pag. 22 / 29
Dit is een samengevatte en bewerkte versie
Het schilderij van Monet hangt in het Musée d’Orsay in Parijs